TilburgsAntonius1856 TilborghsJohannes1882 TilburgsBertha1878 TilburgsFranciscusCornelis1866 TilburgsMaria1880 TilburgsPetrus1885 TilburgsCornelis1917 BakkerGerarda1892

Genealogie Tilburgs/Tilborghs

Oorsprong

Geactualiseerd op 27 augustus 2014. Zie einde pagina.

Deze website is primair gewijd aan de familie Tilburgs/Tilborghs, die stamt uit Eersel en Bergeijk in de Nederlandse Kempen, een arme zandstreek ten zuiden van Eindhoven. De familienaam kent allerlei varianten, zoals Tilborch, Tilborchs, Tilborgs, Tilborghs, Tilburghs en Tilburgs. De naam wordt voor het eerst vermeld in de cijnsboeken (belastingboeken) van de hertogen van Brabant. Zij lieten nauwkeurig bijhouden aan wie grond was verpacht en wat daarvoor moest worden betaald. In de rekening van de hertogelijke rentmeester in stad en Meierij van 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op de cijnskring Eersel voor het jaar 1339-1340, lezen we de onderstaande latijnse tekst.

1339cijnsboek

1339 oudste vermelding van de familienaam "Tilborch". De tweede regel luidt vertaald: "Johannes, genaamd Tilborch, vier oude penningen en twee delen (dit is 2/3) hoen".

In een acte uit 1656 wordt een perceel grond in Eersel vermeld dat "den Thielburgh" werd genoemd: Op 11 januari 1656 verkoopt Geertruijt Anthonis Otterdijckx, de weduwe van wijlen Dirck Aerts, geassisteerd met haar voogd Cornelis Adriaens, aan Jan Martens en zijn vrouw Cathalijn Janse een wijdevelt commende van den thielburgh gelegen aen den roos heuvel inde prochie van eersel. (Bron: RA Eersel 22, folio 251.)

den Thielburgh Eersel

Komt de familie oorspronkelijk uit Tilburg?

Is de familie Tilburgs/Tilborghs oorspronkelijk afkomstig van de gemeente Tilburg? Dat is onwaarschijnlijk. En als dat al het geval is, dan moet de verhuizing vanuit Tilburg vóór 1339 hebben plaatsgevonden. Overigens bestond het dorp Tilburg in die tijd inderdaad al. Het wordt voor het eerst genoemd in 1191 in het Liber Aureus.

Cijnsboeken

In latere cijnsboeken zijn de vermeldingen van de familienaam eenduidiger. In het cijnsboek van Eersel dat betrekking heeft op de periode 1350-1450, staat in het latijn de volgende tekst: "Arnoldus, zoon van Johannes van der Scaeft, voor Godefridus, zoon van Simon van der Spegelt, van de kant van Katerina, weduwe van Wouter van Ancelmus Tilburchs, van het erfgoed van Wouterus voorzegd. 5.5 nieuwe penningen" In de archieven van de volgende eeuwen treffen we in Eersel, Bergeijk en Valkenswaard regelmatig personen aan met verschillende varianten van de familienaam. Vanaf het einde van de 16e eeuw kunnen we de relaties tussen de familieleden met zekerheid aantonen.

Waar lag "den Tilborch"?

Bij de invoering van het kadaster (1832), werden ligging en afmetingen van een stuk grond nauwkeurig vastgelegd en aangegeven met een sectieletter en nummer. Vóór 1832 werd een perceel meestal aangeduid met een toponiem, de dan gangbare naam van het stuk land, straat, gehucht et cetera. En om misvattingen te voorkomen werden bij percelen ook de aangrenzende eigenaren vermeld. Door nu op de oudste kadastrale kaarten ook het toponiem te projecteren, kan de precieze ligging van een bepaald perceel vaak worden vastgesteld. Zo is in een cijnsboek van Eersel dat betrekking heeft over de periode 1646-1650, een aantal keren het toponiem “tilborgs” vermeld, zoals toponiem Tilborgs"Die selve vuyt huys schuer, hoff ende aengelegen erffenis genoempt den Tilborch groot ontrent veerthien loopensaets gelegen onder Eerssel opt Cortcruys, deen sijde aen haer selffs erve voortijts toecomende Dirck vande haegelair ende aen erve henrick soone aert bijnen, dander sijde aen erve Eelsken weduwe wijlen peter soone Joost brants alias quade Peer, henrick soone Jan phennincx ende Niclaes gerarts den Cremer, deen eynde aen die gemeynte genoemen den Roshoevel ende dander eynde aen die gemeyn straete opt cortcruys - 3d nov." En als we deze gegevens projecteren op de kadastrale kaart van de gemeente Eersel van 1832 dan zien we waar dat huis ongeveer gestaan moet hebben. Het is het gebied in Eersel waar tegenwoordig het Zuiderpark ligt

Bergeijk en Eersel

Dominee Stephanus Hanewinkel, telg uit een domineefamilie uit oost Brabant, maakt in 1798 een reis door de Meierij van 's‑Hertogenbosch. Het is de tijd van de Bataafse Republiek. Brabant is twee jaar geleden als volwaardig gewest erkend, na twee eeuwen als generaliteitsland, een soort wingewest, te zijn behandeld. De protestanten moeten veel kerken, die zij eerder van de katholieken hebben geroofd, teruggeven. HanewinkelHet is duidelijk dat Hanewinkel tijdens zijn reis nogal bevooroordeeld is en zich ergert aan de 'paepsche superstitie', die hij in de Brabantse dorpen aantreft. Bergeijk komt er in z'n beschrijving niet best af: "Berg-eik ontleent zijnen naam van de Heuvelen, waaröp oulings zeer zwaare eiken wiessen. Berg-eik is het middelpunt van bitterheid, bijgeloof en spookerijën. In oude tijden woonden hier (zoo spreekt het Bijgeloof) veele heksen. Het gebruik van bijgeloovige middelen tegen ongemakken des ligchaams is hier onbegrijplijk: heeft men kwaade beenen, men geneest die met Wijwater; heeft men den Kinkhoest, men loopt naar Kasteren, om uit een gewijd hoorentjen te drinken; is men 'baguits' (de 'Engelsche Ziekte'), men begeeft zich naar Riethoven of nog beter naar Meerveldhoven; hebben de Kinderen den Daauw-worm, men laat hen te Hoogloon beleezen; heerscht 'er de Roode loop, men spoed zich terstond naar Steensel. Men bezit hier eene beeldtenis van den H. Bernardus, werwaards jaarlijks Bedevaarten geschieden. Eertijds was men hier geslagene vijanden der Jooden, en nu van de Hervormden, die men altijd den eernaam geeft van: 'Geuze Natie', of: 'verdoemde Geuze Bliksems'. De Roomschen, schoon zij hier twee Kerken, welker één nog nieuw is, bezitten, hebben echter den Hervormden genoodzaakt, om hunne Kerk af te staan, en moeten zich nu in eene Kamer behelpen." In Eersel is de situatie niet echt beter. Hanewinkel vervolgt: "Te Eersel kruipt men thands op helderen dag om den 'heiligen' Lindeboom (eertijds deed men dit 's avonds); men gaat ook wel rondöm denzelven, staat nu en dan stil; in den bast steekt men ook wel Spelden, op dat de geenen, die de Koorts hebben, 'er door zouden geneezen worden; alles geschied biddende en prevelende."
kaartje van Bergeijkkaartje van Eersel

Kaartjes van Bergeijk (l) en Eersel (r) in 1865 (J. Kuyper, Gemeente Atlas).

Relatie met regio Antwerpen

Een relatie met de familie Tilburgs/Tilborghs in de regio Antwerpen/West Brabant is niet aangetoond, maar is niet uitgesloten. Ook in de 17e eeuw was de afstand Antwerpen - Bergeijk overbrugbaar zoals blijkt de volgende informatie uit het jaar 1653. Jan Baptist Blos (pleegkind), oud 9 jaar, een fraaie sterke jongen doch klein van was, woont bij Wouter Tilborchs te Bergeyk. Overeengekomen is een vergoeding voor kost en inwoning van 20 guldens per jaar, te betalen door de Camer van de Arme te Antwerpen; de kleding en het schoeisel komen ten laste van deze Camer.

Ook in de regio rondom Essen en Zundert komt een familie Tilburgs/Tilborghs voor, vooral ten noordoosten van Antwerpen, in Essen, Nieuwmoer, Kalmthout en Wuustwezel. Af en toe krijgen we de vraag of die tak gelinkt kan worden aan ‘onze’ familie, die haar oorsprong vindt in Bergeijk/Eersel. Ons antwoord is: nee. Niet alleen omdat hiervoor elke aanwijzing ontbreekt, gezien vanuit onze genealogie, maar ook gelet op het navolgende.

Een ervaren genealoog publiceerde in 2002 een artikel met als titel: De Oorsprong van de familie Tilborghs (1350-17e eeuw). Hij maakt duidelijk dat het hier gaat om een typisch Essense familie die haar oorsprong vindt in de Noord-Brabantse gemeente Tilburg. Aanvankelijk droeg de familie de naam Betthen (afgeleid van de voornaam Elisabeth en dus een matroniem), daarna Smolners en Smolders (beroepsnaam van een molenaar) en vanaf de komst van Jan Geertssen Smolders naar Essen van Tilborgh (naar de plaatsnaam van afkomst). Enkele takken die in Tilburg afsplitsten, noemden zich Keysers, Leenhouwers, Mutsaerts en Rondens. De aanleiding van zijn publicatie was het feit dat de link tussen de familie Smolders in Tilburg en het geslacht Tilborghs in Essen tot dan nog niet was gelegd.

Vanaf zijn verblijf in Essen wordt Jan altijd Jan Geertss. van Tilborch genoemd, nooit Smolders. Eén keer was er zelfs sprake van Jan Geert Theunisz. van Tilborch. Zijn kinderen (vanaf 1605) en verdere afstammelingen in de mannelijke lijn werden voortaan Tilborghs genoemd. Vanaf 1600 komen ook namen als Jan Wouterssen van Tilborch en Wouter Meeussen van Tilborch in beeld. Het feit dat ze waarschijnlijk allemaal uit Tilburg kwamen, hoeft geen familierelatie te veronderstellen. (Bron: Artikel Jean Bastiaensen in het jaarboek De Spijcker, Kon. Heemkundige Kring Essen (2002)

kaart verspreiding familie Tilburgs/Tilborghs

Verspreiding

In de 19e eeuw worden de gezinnen steeds groter: tot wel 15 kinderen. De mogelijkheden om thuis op de boerderij werk te vinden zijn beperkt, zeker op de arme zandgronden in de Brabantse Kempen. Daarom zwermt de familie uit: Johannes Antonius Tilburgs stapt in 1857 in Antwerpen aan boord van de "Troy" en emigreert naar Amerika. Sommigen vertrekken naar Amsterdam. Vanwege de bouw van onder meer het Rijksmuseum, het Concertgebouw, het Centraal Station, de Stadschouwburg en Carré is daar in de jaren '80 van de 19e eeuw volop werk voor boerenzonen uit Brabant. Anderen verhuizen naar Helmond waar een grote behoefte is aan arbeidskrachten in verband met de opkomende industrie.

De kaart geeft een beeld van de verspreiding van de Tilburgs'en en Tilborghs'en, die stammen uit de Brabantse Kempen.





Recente aanpassingen

27 aug 2014 Vermelding "den Thielburgh" in 1656.
01 okt 2013 Kaartjes van Bergeijk en Eersel (1865).
14 juni 2013 Waar lag den Tilborch?